Het is altijd weer fascinerend om toe te zien hoe groot de cultuurverschillen zijn tussen Fransen en Nederlanders. Hordes Nederlandse toeristen ervaren dat elk jaar weer. En als je er woont, des te meer.
Marketing en het budget
De televisie is een zeer treffend voorbeeld van die verschillen. Televisieshows, praatprogramma’s, het journaal en zelfs de reclame: alles is anders.
Als wij met vakantie zijn in Nederland en naar de Nederlandse televisie kijken, schieten we altijd in de lach als we de reclameblokken voorbij zien komen. Het is duidelijk dat er met een relatief klein budget en veel creativiteit een optimaal resultaat wordt beoogd. Het was ons eigenlijk nooit opgevallen, al die grappige, down-to-earth reclamespotjes van verzekeraars en winkelketens, vaak ingesproken met komische accenten uit Brabant of Den Haag.
In Frankrijk zijn de meeste reclamespots gemaakt met de perfectie (en de budgetten) van een speelfilm. Somptueuze en fraai uitgelichte decors en modellen die zo van de Parijse catwalks zijn geplukt. Sensuele stemmen die in accentloos en correct Frans over een perfect uitgelichte zak diepvriesgroenten praten alsof het over een zeldzame truffel uit de Périgord gaat.
Een wereld van verschil
En dan de coronacrisis. Hoewel er maar heel mondjesmaat nieuws uit Nederland op de Franse televisie te zien is, was één van de eerste persconferenties van Premier Mark Rutte een hit. Uitleggen dat je maar beter geen handen meer kunt schudden en dan vervolgens een hand geven aan degene die naast je staat; Een goed stukje PR van de Minister-President, Nederland haalde weer een keer het Franse nieuws.
In beide landen verschijnt ‘De Leider in moeilijke tijden’ op het beeldscherm. Logisch… maar wat een verschil.
Een Franse President richt zich zo weinig mogelijk direct tot het volk. Dat doet hij alleen in bijzondere gevallen en in crisissituaties, het moet bijzonder blijven. Zo sprak Hollande het volk toe na de terrorischtische aanslagen in 2015. Macron deed hetzelfde tijdens de opstand van de ‘gilets jaunes’ en de brand in de Notre Dame. En dus ook, meerdere malen, tijdens de coronacrisis.
Duidelijke taal
Het Elysée-paleis verschijnt in beeld, de tonen van de Marseillaise klinken. De President kijkt ons ernstig en doordringend aan vanuit een zorgvuldig bedacht, ‘Presidentieel’ decor. Hij gebruikt poëtische taal, zijn rede is eigenlijk een literair kunstwerk die bijdraagt aan zijn status. De toespraak, die toch minimaal 20 minuten duurt, wordt steevast beindigd met ‘Vive La République et vive La France!’ Weet je na die 20 minuten waar je aan toe bent? In grote lijnen misschien, want Monsieur Le Président houdt zich bezig met de grote lijnen. Alle details worden na afloop door de ‘Premier Ministre’ of andere leden van de regering uiteengezet.
En hoe anders gaat dat in Nederland. Natuurlijk, ook Premier Rutte en de Koning verschijnen met een serieuze blik op het scherm. Maar het betoog is helder en zakelijk, in duidelijke taal en korte zinnen, een betoog met feiten, cijfers en maatregelen. Een directeur die zijn personeel informeert over een ernstige situatie, die motiveert en na 10 minuten afsluit met ‘En nu aan de slag’, bij wijze van spreken dan.
Twee Europese landen, gescheiden door het toch niet al te grote België. Fascinerend, wat een enorme verschillen. En dat is dan misschien meteen een belangrijke reden waarom Frankrijk elk jaar weer zoveel Nederlandse toeristen lokt. Ook in 2020?